vrijdag 4 april 2008

Uitgescheten

Alle spullen liggen klaar, van gasmasker tot bivakmus. Het prikkeldraad is gespannen, de wapens zijn geladen, de vingers tot op het bot aangevreten: de oorlog is begonnen.

Vanavond stapte ik voor de derde keer met mijn sok in duivenpoep.

Ik heb al eerder verteld van de monsters die op ons balkon geboren werden. Over hoe de Huisgenote een abortus eiste en ik die weigerde uit te voeren. Ik ben nu op het punt aanbeland waarvan ik al vermoedde dat het komen zou: ik heb er spijt van dat ik geen lekkere frittata met duifjes in elkaar heb gedraaid.

Ooit nagedacht over hoe die krengen het klaarspelen precies op je hoofd te schijten? Ik zeg je, ze doen het met opzet. En ze doen het graag, schijten. Hoe groter hoe meer. Het gevolg van een wekenlang verblijf van vier duiven op je balkon is een berg drab waar je U tegen zegt.* Maar het nest is brandschoon. Ze kunnen richten.

Vandaag realiseerde ik mij dat hun indringende zwoele gehijg niet meer voortdurend hoorbaar was aan mijn kant van het huis. Het hebberige gepiep evenmin. Ik vind: als ze kunnen logeren kunnen ze ook op eigen wanstaltige pootjes staan. Het laatste poepvrije stukje moest het eerst verdwijnen.

Op het balkon werd ik verrast door een onbekend gekoer. Een vadsig nieuw exemplaar baande zich paniekerig een weg naar de rand van het balkon.

Uit het niets klonk een dramatisch ... --- ...

Verstopt onder een plank vond ik een nieuw postmodern ingenieus en minimalistisch nest.

Onder luid fladderend protest heb ik het hele bouwsel in de vuilnisbak gesodemieterd. Dit terwijl ik riep dat dit toch zeker mijn balkon was, hoer. Terwijl ik het deksel op de prullenbak ramde en de duif mij vanaf de balkonrailing verbolgen aankeek kon ik een buitengewoon gemene grinnik niet onderdrukken.

Ik heb me sinds tijden niet zo goed gevoeld.




* en dan willen ze studenten weren uit Overvecht.