dinsdag 26 februari 2008

SMS Rokje AAN

Wanneer schrijvend aan een scriptie wil ik nog wel eens rust zoeken in kansloos bewegend beeldmateriaal. Denk commercieel. Problematische taferelen op t.v. leiden heerlijk af van eigen lijden, en aangezien ik mij inmiddels een Ethiopische jood voel is die afleiding zeer welkom. Nou deed zich de afgelopen dagen een nieuw probleem voor, namelijk dat bepaalde kwesties op t.v. mij tot hoofdbrekens toe achtervolgen.

Idols. We weten, Idols draait voornamelijk om uiterlijke verschijningsvormen waar geluid uit komt. Ik schaamde mij plaatsvervangend voor het kapsel van Martijn Krabbé dat in ernstige mate aan ons aller minst favoriete Europeaan deed denken. Wij, de Busclan, vermoedden dat als wij het al zagen, er ook wel een stylist in zou grijpen tijdens een van de vele reclameblokken. Helaas. Aan het einde van de show nam Martijn, flinke lok, geen snorretje, plaats op ‘de bank’ die duidelijk te hoog gegrepen was. Het waren zijn bungelende benen in de te korte broek die de aandacht weg van zijn lok wisten te, nou ja, lokken. Het was een heel treurig gezicht.

Deep Throat. Naar ik begreep ging het over hoofdpersoon X. die met orgasmeproblemen bij een dokter belandt en ontdekt dat haar clitoris achter in haar keel zit. Doel van de film: haar orgasme. Dacht ik. Maar bij alle toeters en bellen, de door haar zo gezochte explosies en lanceringen, volgden shots van haar gezicht, waarop de resultaten van ’s mans orgasme lagen uitgespreid. Haar clitoris duidelijk onberoerd. Ik vind: als er een verhaallijn ís moet je die aan houden.

Janice Dickinson Modeling Agency. Ook op de schaal van kwaliteit, eerlijk is eerlijk, geen top-500 materiaal. Een cliënt uit de lingeriebusiness klaagt over het gebrek aan variatie, alle vrouwelijke modellen lijken namelijk op elkaar en er zit, derhalve, niets voluptueus bij. Vervolgens wordt een model, de eigenlijke favoriet, afgewezen omdat zij niet in een S-je past.

En de laatste binnenkomer: SMS Jor Aan naar 6464, dan krijg je een uitspraak van Joran als ringtone – Dubieuze Ringtones, niemand zal je meer geloven.

Dat doet bij mij alarmbellen rinkelen.

T.v. biedt dus niet langer enig soelaas, maar maakt onrustig. Gelukkig kan ik melden dat de ponnie (niet de viervoeter, maar de pluk haar die je op een zekere manier over je voorhoofd drapeert, anders dan de lok) nieuwe concurrentie heeft gekregen in de categorie ‘oplossing voor al je problemen’.* Uit uitgebreid empirisch onderzoek kan ik niet anders concluderen dan: een rokje doet wonderen.



* Kersten, W.B.M. (Den Bosch 2004)

woensdag 20 februari 2008

China in de MvH

De Huisgenote en ik zien veel van elkaar de laatste dagen. Aangezien de rollen zijn omgedraaid en zij nu zieliger is dan ik (haar Lieftallige zit in Culemborg met een hersenvliesontsteking) heb ik haar de macht over de afstandsbediening gegeven. Dit heeft een aantal gevolgen gehad die ik gelukkig grotendeels had voorzien.

Law & Order heb ik al een hele tijd niet meer echt gekeken en tot mijn eigen geruststelling kan ik melden dat ik best zonder kan. Niet in de laatste plaats omdat de Huisgenote en ik eigenlijk beter zijn in one-liners.

De Huisgenote ambieert onder andere een sportcarrière op papier en het is dan ook veel sport dat de klok slaat in de avonduren. Vind ik niet erg, ik heb een brede interesse. De Huisgenote ook, dus staan DWDD en Pauw & Witteman eveneens regelmatig op het programma. Hier gaat het mis. Kijk, ik vind Matthijs goed in wat ie doet, maar hij doet me iets te veel van het goede momenteel. De heren P&W vind ik een beetje over het paard getild en op de een of andere manier lijkt het soms alsof zij het slechtste in hun gasten naar boven weten te halen.

Of de gasten doen dat bij elkaar, zoals gisterenavond. We werden eerst getrakteerd op ‘het’ anti-Pekinglied, dat van een tenenkrommende kwaliteit was. Gewoon echt heel slecht. En als je je oren dicht deed was het niet om aan te zien. Dan zag je hoe Vincent Bijlo met zijn ogen dicht probeerde een toon te vatten, terwijl Hans Dorrestein ook het tiende refrein van zijn blaadje mee stond te lezen (‘We gaan Ni Na, Ni Na China’ x10). Hierna moest de discussie nog beginnen.

Op zich een heel relevante discussie. Ik vrees alleen dat Lulu Wang na ‘het lied’ dacht de discussie niet te kunnen verliezen van een dergelijk stel randdebielen. Jammer genoeg wist zij op geen enkele wijze haar toch echt redelijke punt te maken. Dit zat hem er onder andere in doordat het geen enkele moeite kostte om je haar in een pakje á la Kim Jung Il voor te stellen. Gevolg: niemand luisterde goed naar wat ze zei, en P&W grepen niet in. Ik hield mij vast aan de gedachte dat zij boeken schrijft, maar denk dat dit voorlopig haar laatste publieke optreden was. Misschien kan zij zich bij Grunberg voegen.

Na Pauw en Witteman volgt de Gouden Kooi. Ik vind dat heel erg, de Gouden Kooi. Na drie minuten kijkellende komt het mij al voor dat de aangeboren goedheid van de mens onverdedigbaar is. Niet echt een ideale afsluiter van een avond.

Gelukkig zal de dag van vandaag de boeken in gaan als de dag waarop ik hoorde dat mijn moeder geen kanker heeft. Mijn Lulu-kater verdween als sneeuw voor de zon. Wel is het zo dat de Huisgenote zieliger blijft dan ik en zal ik de komende dagen nog veel nare mensen op t.v. voorbij zien komen. In een kankervrije omgeving moet ik dat wel aankunnen, me dunkt.




voor de liefhebber: http://www.youtube.com/watch?v=FZaTVi1BOZA

zaterdag 16 februari 2008

Weet wat je zegt


Vandaag begaf ik mij op ons door duiven ingenomen balkon en struikelde over de drempel terug richting keuken toen ik zag wat zich onder de Duif bevond. Ze zijn niet langer echt geel. Ze zien er nu uit als een soort van helaas niet uitgestorven dinosauriërs met veertjes. Niet echt als iets wat je graag in een doucheputje of onder je schoen aantreft.

Zoals in dit kunstnest ongeveer. Maar geloof me, in het echt zitten ze er niet zo verschrikkelijk tevreden bij.

Ik vind dat wij niet anders kunnen concluderen dan dat dit monsters zijn, iets wat door de volwassen variant reeds bevestigd is. Een duidelijk geval van nature over nurture.

Dus weet wat je zegt als je iemand duifje noemt.

donderdag 14 februari 2008

Blunt op

Ik trof vandaag twee (!) valentijnsmails aan in mijn inbox. Dit was een bijzonder grote verrassing. Van mij mag je genegenheid vercommercialiseren zoveel je wilt, we zijn allemaal vrij, maar dan wel binnenshuis. Bespaar ons weldenkenden de pluchen, kaarsen, papieren en ongebroken hartjes. Niet stuk is niet boeiend. Het ergste van deze toch vrij gewone februaridag van dít jaar vind ik dat James Blunt je vanaf ieder bushokje zogenaamd sexy (?) diep in je ogen kijkt. Ik ben al drie keer van mijn fiets gevallen tijdens pogingen Blunt te ontwijken. Gelukkig zit mijn wang er nog aan.

Toen ik mijn mail checkte deden mijn wenkbrauwen dan ook hun gezichtsuitdrukkende werk. Get Laid 1$ mailde mij iets over Sex No Strings, ik denk in verband met reggaeton. Julie Karren mailde ‘your partner will have appreciate you more after this’ – zij beschikt duidelijk over meer informatie dan ik.

Ongewild doe ik nu mee aan de hype van de eigenlijk anonieme liefde. Mijn hersenen kraken… Get en Julie? Ze kúnnen me haast niet kennen.

woensdag 13 februari 2008

Van begin tot eind

Gisterenavond bevond ik mij op het punt waarop alles samenkwam, van begin tot eind. Zo’n punt maak je niet vaak mee, aangezien niet alleen alle stukjes op dat ene moment in elkaar moeten vallen, maar je dat ook nog moet zien gebeuren. Ik was zo onder de indruk dat ik een kleine halve minuut van mijn geloof viel. Precies genoeg om de Huisgenote te vertellen dat toeval misschien wel niet bestond en daar meteen weer op terug te komen.

Mijn scriptie. Ik schrijf over de rol van Noord-Amerikaanse joodse organisaties in de migratie van de Ethiopische joden naar Israël. In Jip en Janneke: zonder de Amerikanen zaten de joden nog in Ethiopië. Zo ongeveer.

Mijn scriptieverhaal begint anderhalf jaar geleden in Israël, toen ik mij op een goed moment bewoog tussen duizenden Ethiopische joden die in Jeruzalem hun belangrijkste religieuze feest (Sigd) vierden. Eerlijk gezegd was ik niet van hun bestaan op de hoogte. Mede daarom keek ik dan ook mijn ogen uit, al viel er sowieso veel te zien. Mooie mensen, Ethiopiërs, mooie kleren ook, heel kleurrijk. En overal om mij heen zag ik vrouwen met getatoeëerde kruisen in hun gezicht, nek en op hun handen. Dat hadden ze om hun joods zijn te verbergen, werd mij verteld, want in Ethiopie kon je maar wat beter een christen zijn. Dus wilden ze allemaal naar Jeruzalem en liepen naar Sudan, om van daaruit naar Israël gebracht te worden. Een dramatisch verhaal van de eigen exodus die aan duizenden het leven kostte.

Een van de vrienden bij wie ik logeerde werkte voor een Israëlische NGO die zich inzette voor de Ethiopische gemeenschap, door Ethiopische jongeren een computeropleiding te bieden. Ik sprak met de oprichter en was onder de indruk. Het gaat namelijk niet zo goed met de Ethiopiërs in Israël. Ik had mijn scriptieonderwerp gevonden en maakte van de anderhalve week die mij nog restte goed gebruik om tot rust te komen.

Nu, anderhalf jaar later zit ik tot aan mijn kruintjes in Ethiopisch-joodse materie. Gisteren bedacht ik mij voor de zoveelste keer dat het zo leuk zo zijn om te weten hoe het nu met die organisatie gaat. Ik googlede wat ik wist, namelijk NGO, Israël, Ethiopian Jews, computer en Asher, de naam van de oprichter. En zowaar: bingo. Asher Elias blijkt een best grote man te zijn, heeft verschillende onderscheidingen gekregen en veel geld bij Amerikaansjoodse organisaties weg weten te peuteren. Zo bleek onder andere uit een t.v.interview dat ik online kon bekijken.

Dit vond ik al mooi. Ik ‘ken’ één Ethiopische jood en dat blijkt dan ook nog een grote te zijn. Het werd nog mooier. Natuurlijk wilde ik meer en LexisNexis bood uitkomst. Asher wordt met enige regelmaat geciteerd in artikelen over Ethiopische joden in Israël. En, nou ja, één van de stukken luidde als volgt:

"The ones who constantly fought for us are the representatives of American Jewry," Elias said. "They are the ones who fight for the allocation of funds for Ethiopian absorption, and most of the money comes from there. In essence, the Ethiopian immigration, itself, was born of pressure from Jewish organizations in the U.S., after the Israeli government had for years refused. With sorrow, I would say that American Jewry has absorbed us, but Israeli society hasn't yet."

Anderhalf jaar na dato kom ik erachter dat de man waarmee mijn scriptie begonnen is, de conclusie van mijn scriptie al jaren geleden verklapte in de Jerusalem Post. Het begin en het einde van mijn verhaal bevonden zich anderhalf jaar geleden op dezelfde plek. En gisterenavond weer.

Muziek en beweging


zondag 10 februari 2008

Reggaetonische verbazing

Ik zat even in een periode waarin ik van de ene verbazing in de andere viel. Het meest recente valmoment vond twee minuten geleden plaats. Paulien van Deutekom is wereldkampioene, glimt en we gaan er even uit voor de reclame. Een pinguïnfamilie raadt verschillende geurtjes (airwick decospray?) aan, omdat je, wanneer je altijd hetzelfde geurtje ‘hebt’, je dat op een gegeven moment niet meer ruikt. Ik associeer pinguïns absoluut niet met geur, in tegendeel. Het klimaat waarin de pinguïn zich voortbeweegt doet mij denken aan verstopte neuzen.

Andere vogel. Dat wij zwanger waren was al bekend, maar nu zijn we bevallen en dat op zich is al heel bijzonder. Ik kijk zeker drie keer per dag of de Duif misschien iets wil tonen van wat er onder haar zit en soms is het raak. Gele veertjes en roze pootjes. Babyduiven bestáán dus niet alleen, ze zijn ook nog eens geel. En duiven worden dus geboren met intacte pootjes! Ik ben er een veel sympathieker mens door geworden. En makkelijker, want toen ik net een dode spin aantrof in mijn bed werd ik daar niet warm of koud van. Dit betekent overigens niet dat ik eerlijk kan ontkennen dat diens grote broer nu in de stofzuigerzak zit. Wat ben ik toch een hypocriete vegetariër.

Afgelopen vrijdag bevond ik mij met twaalf anderen in een werfkelder voor een workshop regg(a)eton. Mijn aanwezigheid alleen al stond garant voor vele verbaasde kreetjes, niet in de laatste plaats afkomstig van mijzelf. Ik ben namelijk niet in de wieg gelegd voor het gebruiken van mijn lijf. De instructrice kondigde aan dat ze speciaal lekker strakke kleren aan had gedaan, zodat we allemaal goed konden zien wat ze met haar lichaam deed. Vervolgens hebben elf aanwezigen een uur lang gefascineerd naar haar achterwerk zitten staren. Ik niet. Ik keek alleen maar naar haar voeten, in de hoop de stapjes in de goede richting te zetten. Na verscheidene misstappen en een overdaad aan oogcontact met mijzelf in de spiegel besloot ik uit te stappen. Er zijn grenzen. Tot mijn spijt kon ik aan het einde van de workshop dus niet alleen niet reg(a)etonnen, maar kon ik evenmin meepraten over de bips van de lerares.

Toch verbaasde ik mijzelf en anderen die avond door vol overgave de basisstapjes te demonstreren in de MVH, nadat ik drie keer had verteld over hoe weinig wij gegeten hadden bij een zeker tapasrestaurant. Het mogen dan kleine gerechtjes zijn, ik krijg er wel altijd een vol gevoel van. Dit ontbrak deze keer en dat vond ik verbazingwekkender dan Gepke die met muzikale begeleiding van een meneer met gitaar op een tafel had staan dansen die avond.

Mijn begeleider mailde net dat het hem leuk leek als ik in maart mijn laatste punt zou zetten. Dit lijkt mij nou ook heel leuk. Hij voegde er aan toe dat het heel leuk werd. Ik onderdrukte de verbazing die meteen de kop op stak en beëindigde daarmee een periode van totale awe. Want natuurlijk wordt het leuk, mijn scriptie, hoe zou ik anders kunnen denken? Van puur enthousiasme zou ik bijna met mijn ass gaan shaken.

dinsdag 5 februari 2008

De Vrieskou
gisteren, 19:51
Momenteel houden twee grote vraagstukken mij bezig: waarom wordt The Net alwéér vertoond op t.v. en wat is er gebeurd met Natalee Holloway. The Net. We spreken hier 1995, van een film waarin de b-kanten van een (pasgeboren) computertijdperk worden blootgelegd. Dit in combinatie met het thema ‘identiteit’, een ander heet nineties-issue (Rwanda, Bosnië). Zo’n film waarin alle relevante informatie op een *kuch* floppy staat. Daar is mijn pet dus te laag voor.

Peter R. heeft voor vanavond beloofd mijn tweede vraag te beantwoorden. Een mogelijk antwoord op een levensvraag lijkt mij koste wat kost nastrevenswaardig. Toch waren er een paar probleempjes. Te beginnen met Peter R. de Vries. Ik begrijp dat je de naam Rudolf probeert te verbergen, maar laat die R. dan ook alsjeblieft weg. Al moet ik toegeven: Peter de Vries is helemáál weinig sensationeel. Meneer de Vries is eigenlijk gewoon niet een van mijn favoriete landgenoten. Daarnaast is er nog de zenderproblematiek. De voiceover heeft het stelselmatig over ‘SB-SS’, en bij SS heb ik enkel negatieve associaties. Wát ik zoal op de zender zie is per ongeluk en meestal zum kotzen.

Op zich genoeg reden om lekker naar Contact te kijken. Maar neen. Niet alleen wil ik het nu weten, ik wil ook graag De Vries op zijn bek zien gaan. Dit betekent dus altijd winst. En aangezien ik mij tot dusver in dit leven niet heb kunnen ontplooien als winnaar kon ik deze kans niet voorbij laten gaan.

Kortom: ik zit te kijken.

(na een intermezzo van zo’n 20 uur)

Naar mate de uitzending vorderde raakte ik in een steeds verder gaande staat van onpasselijkheid. Niet alleen om de reclameblokken die telkens werden ingeluid door twee mutsen van Hart van Nederland die zich afvroegen hoe de wereld zou reageren op de schokkende onthullingen van Peter de Vries. Ook de toon van het stuk, de speculaties ‘Een onschuldige zou zo’n opmerking nooit kunnen maken’ en het duidelijk doordacht aan elkaar gemonteerde materiaal van de verborgen camera stonden mij tegen. Toch heb ik wel zin in de extended version. Al weet ik niet zeker of ik het domme gelul van Joran van der S. nog heel lang kan aanhoren.

Onverwachts leverde De Vries mij het antwoord op kwestie één. Sneaky shit met behulp van elektronica is duidelijk van alle tijden. Laat The Net dus maar komen.

Hoe 'het geheim van Aruba' nou precies in elkaar steekt weet ik nog steeds niet. En Peter de Vries is nog niet duidelijk genoeg op zijn smoel gegaan. Mijn status als verliezer zal dus nog even gehandhaafd blijven. Mijn grootste zorg is echter mijn nieuwe levensvraag: waarom blowt iemand in een auto?

26 januari: Eén duif is geen ei

Eén duif is geen ei
26 jan, 03:14
Donderdagmiddag. Mijn proces van roesuitslaping wordt ruw onderbroken door de Huisgenote die mijn deur opengooit en met een trillend onderlipje meldt: Ik heb vandaag al gehuild om mijn toekomst. Het is half drie, en daar ik nog geen vijf uur aan het slapen ben, ben ik geenszins in staat een antwoord te formuleren. Daarbij is mijn natuurlijke respons op dergelijke opmerkingen altijd een zeker hrrmgohr, omdat de meest geflopte van ons beiden altijd nog ondergetekende is. Hoe dan ook, twee uur later werd ik opnieuw wakker, met een vers schuldgevoel en besloot de Huisgenote te confronteren met alle níet misluktheden aan haar zijn&bestaan, waarvan er tallozen te bedenken zijn. We waren snel uitgepraat.

Nog geen vijf, of tien minuten later zat ik in de living en zetten wij onze conversatie, als altijd, via msn voort. Haar mededeling: wat ik nog zeggen wilde, we zijn zwanger. Ik schrok mij een blindedarmontsteking, want dacht: dat moet per ongeluk zijn. Maar hoe geraakt een chick bezwangerd van een chick? Dat moet toch welhaast onmogelijk zijn?

Zij doelde op ons. Zij en ik dus. Ik heb al eerder verteld over die kutduiven op ons balkon en hoe zij zich dat proberen toe te eigenen, cd’tjes en rottende meloenen ten spijt. Wat blijkt, de krengen hebben een heleboel takjes op een hoop geflikkerd (heel postmodern) en daar óók nog eens twee eieren bovenop gedeponeerd. Ik vond duiven sowieso al ranzig, maar nu ik weet dat ze seksen heb ik het helemaal gehad. De huisgenote nam een voor haar onnatuurlijk standpunt in en stond erop dat ik de boel aborteerde. Dat is: ik zou de eieren met nest, en bij voorkeur duiven en al van het balkon moeten flikkeren. Mijn vegetariër stamelde een verbaasd ík? Waarop zij zei, jawel: je éét toch ook eieren? (en daarbij: tachtig procent van de rotzooi op het balkon is van jou afkomstig).

Het speet mij dat ik de Huisgenote uit moest leggen dat er in de kip en ei-kwestie altijd nog een derde partij was, de Haan. En dat een geplande zwangerschap (zoals die van onze duiven) geenszins door ons, liberalen, beëindigd zou kunnen worden. Daarbij, en nou komen we echt bij mijn grootste ding: ik heb nog nooit een babyduif gezien. Ik dacht altijd dat al die duiven die tussen fietswielen, onder auto’s en onder treinen komen in stukjes geragd worden en dat dan uit ieder bloederig element een nieuwe duif ontstond. Of uit vuilnis, weet ik het. Maar goed, die krengen planten zich dus echt voort. Het zou verboden moeten worden, maar daar is het nu te laat voor.

Ik heb nu al een paar keer onder het bankje gekeken waar het Nest zich bevindt en tref daar altijd een duif aan. En dan zeg ik heel zachtjes, zodat niemand mij hoort: ik heb vandaag gehuild om mijn toekomst. Ik zou zweren dat het beest daarop knipoogt.

26 december: Kloppende harten in december

Kloppende harten in december
26 dec, 17:31
Behalve het occasional braakje dat ik het verleden heb gelegd als straf voor het iets te enthousiast consumeren van alcoholische versnaperingen, door elkaar en in grote hoeveelheden, is de laatste keer dat ik echt heb gekotst die keer geweest van de suikerpinda’s met komkommer (1995). Ook toen zochten mijn ouders diepere redenen, we moesten die dag toevallig naar de tandarts, maar echt, en echt, ik kots niet voor de lol.

Toen ik mijzelf maandagochtend, het begin van de door mij de hemel in geprezen kerstdagen, om half negen met mijn hoofd in een vuilnisbak aantrof, terwijl mijn tenen hun best deden mijn maag te helpen zich te legen dacht ik: godverdomme. Het totale gebrek aan hoofdpijn (een zegening) deed mij concluderen dat het toch echt niet de Grolsch Weizen was die ik met liters tegelijk naar binnen had gegoten de avond ervoor. Wat de fuck was deze shit dan wel?

Emotionele chantage van moeders en tantes zijde had mij naar Hengelo gebracht, zondag, om een potje te bowlen met de extended family. De familie van mijn neefjes zag wat pips en meldde bij elke in de gutter gegooide bal: ‘maar ja, ik had dan ook buikgriep afgelopen week’. Waarop ik zei: ‘ja, en ik ben depressief’.
Mensen, als je een leuk feestje wil moet je mij echt uitnodigen.

Terug naar de vuilnisbak, die gelukkig waterdicht bleek: buikgriep dus. Een mij volslagen onbekend fenomeen. Blijkbaar betekent dat dat je ieder half uur (ik hoefde er geen wekker voor te zetten) precies tien seconden de tijd krijgt om je richting ‘bak’ te begeven en je lege maag te legen. Maar dat is leuk! ’s Avonds met emmer en al naar beneden, mijn moeder vond de nieuwe functie van de vuilnisbak niet grappig, om cadeautjes te doen. Toen maar snel weer naar bed. Gisteren koorts. Vandaag koorts en hartkloppingen. En een beetje misselijk.

Tandenknarsend kan ik mededelen dat dit mijn tweede alcoholvrije kerst in even zoveel jaar is.* Dit stemt mij droevig. Hiervoor zijn natuurlijk talloze redenen te bedenken. Een belangrijke is de volgende. De weegschaal, waar ik twee maal per jaar op sta om te bepalen hoeveel ik dat jaar ga afvallen, wat dan gefiled wordt onder het kopje ‘goede voornemens’, ook al zo’n favoriet item voortkomend uit de decembermaand, deelde mij mee dat ik precies tien kilo lichter ben dan vorig jaar. Potjandorie, gehaald dus! En ik doe niet eens aan goede voornemens! Maar een gelukje dat ik drink, anders was ik ver onder mijn streefgewicht uitgekomen. En wat heb je daar nou weer aan – dat kan immers de bedoeling niet zijn?

Dit drinken ga ik volhouden. Dus, als mijn tomatensoep mijn maag een prettige verblijfplaats vindt en daarna kiest voor mijn darmstelsel en mijn hart niet meer doet alsof het het enige is dat zich in mijn borstkas bevindt ga ik een klein drankje doen. Mij kennende volgen er na dat kleintje nog een aantal en als ik mijzelf morgen weer in een vuilnisbak aantref zal ik niet zeiken. Sterker, ik verheug me al bijna op een alcoholische omarming met de plee.

* vorig jaar: eerste antibioticum ever vanwege kutkies

18 december: Stemmig

Stemmig
18 dec, 01:04
Denk je veilig thuis te zijn, kacheltje staat aan, kaarsjes branden, je eigen maaltijd is naar tevredenheid verorberd door twee vriendinnen, drie lepels liggen klaar naast een bak roomijs met drie verschillende soorten chocola en dan... De finale van Holland’s Next Top Model. Niet alleen erg live en amateuristisch, maar ook met stemmogelijkheid voor de kijker. Hoe Nederlands, kreunden wij in koor. Eén van ons, Dinda, begon echter meteen fanatiek te smsen.

Lousie en ik wierpen onze pupillen richting plafond en slaakten gezamenlijk een zucht van achgut, waarna wij ons theatraal ter aarde stortten. Dinda meldde ons bijna triomfantelijk en opgewekt, ondertussen puzzelend op de antwoorden die ze diende te formuleren op smsvragen om daarmee een auto te winnen die Lousie dan lenen mocht: als er een referendum gehouden wordt moet je stemmen he.

En G to the V to the motherfucking D: ze had me. Ik vind: stemmen, dat moet. Wanneer ze je de mogelijkheid geven, en dat doen ze niet met enorme regelmaat, wereldwijd gezien, dan moet je gaan. Ook al betreft het dan een burgemeestersreferendum met twee kandidaten van dezelfde partij. Stel je voor dat de opkomst 90% was geweest en dat daarvan 90% blanco had gestemd. Dát was nog eens een punt geweest. Terzijde. Nu stond ik voor de moeilijkheid van het stemmen en daarmee een commercialisering van topprogramma’s te steunen (een keurig ge-edite finale van vijftig minuten hadden wij smullen gevonden) of niet te stemmen en daarmee mijn goedkeuring uit te spreken voor andere regeringsvormen dan democratie. Beelden van onze minder bedeelde wereldburgers schoten aan mij voorbij. Evenals Poetin, die nu premier gaat worden. En Poetin, dat is geen prettig gezicht.

Ik móest beslissen. Stemmen op Cecile en daarmee mijn principes nog enigszins overeind houden of níet stemmen en daarmee mijn recht op kritiek te verliezen. Het was moeilijk. Maar ik, pragmatica, zou ik niet zijn als ik niet een fantastische middenweg had gevonden.

Ik heb Dinda een volmacht gegeven.

7 november: Spread your wings

Spread your wings
7 nov, 15:14
Toen ik nog een klein lief blond meisje was wilde ik graag vliegen. Niet zoals een vliegtuig, maar meer zoals vogels. Met een handdoek om mijn schouders klom ik dan op een muurtje om daar hard wapperend vanaf te springen. Keer op keer. Soms ook maakte ik van een straat een opstijgbaaan. Maar hoe lang mijn aanloop ook was en hoe hard ik ook liep, het mocht niet baten.

Het leek me werkelijk fantastisch om me richting de zon te bewegen. Dit was natuurlijk voordat ik het verhaal van Icarus kende. Het is me nooit gelukt ook maar even te blijven zweven. Toch jammer dat de zwaartekracht sterker is dan je wil. Vrij snel kwam mijn hoogtevrees mijn vlieglust in de weg te staan. Desalniettemin is het me vandaag eindelijk gelukt, vliegen.

Net op het moment dat ik in de bus even ging staan om van stoel te wisselen vergat de buschauffeur dat ie passagiers had en ging vol op de rem staan. Mijn voeten verlieten de grond en ik knalde met mijn gezicht tegen de stoel voor me. Nu staan er vijf tanden in mijn bovenlip en doet mijn neus alsof ie net kennis heeft gemaakt met de elleboog van een Crackerjack.

Dit was niet helemaal wat ik vroeger voor ogen had.

10 oktober: Waarom god niet bestaat

Waarom god niet bestaat
10 okt, 00:25
Ik heb al eens eerder gemeld dat ik dingen vaak op mijzelf betrek. Ik denk dat je het antwoord op bepaalde vragen ook in jezelf, of om jezelf, zoeken moet. Soms.

Omdat ik zondag en gisteren al vroeg was opgestaan besloot ik deze opstartwijze vol te houden en dus stond ik vandaag om half tien redelijk fris en een beetje gefruit naast mijn bed. Half tien is voor sommigen misschien wel middag, voor mij is het midden in de nacht. Om elf uur had ik een computer geconfisqueerd in de UB en voelde mij gezegend: het was de laatste en inloggen bleek mogelijk. Voor ik het goed en wel in de gaten had knalde ik in een hyper-focus, een staat die mensen als ik van harte nastreven, maar waar we slechts af en toe op getrakteerd worden. Om één uur verscheen ik euforisch bij Wen aan de koffie, het was zover, ik zat in die fase waarin je weet dat je ieder moment het licht kan zien, het is dan alleen nog een kwestie van doorpakken. En ik had de nagel van mijn rechter wijsvinger er al onder.

Niet veel later had ik een uiterst relevant boek in zijn totaliteit (300+ pagina’s) doorgewerkt en zonder dat ik erover na hoefde te denken schoten mijn vingers richting toetsenbord en begonnen te typen. Ik fabriceerde de prachtigste zinnen, en ze waren nog zinvol ook. Heel sporadisch racete ik naar buiten voor een rookpauze van vier minuten, om mompelend in mijzelf mijn tekst voort te zetten. Ik wist wat te schrijven en zag dat het goed was.

Helaas had ik geen tijd om stil te staan bij dit goede moment dat een paar uur duurde. Helaas? Ja, helaas. Toen ik om half tien stiekem dacht dat ik zóver op weg was met mijn zionistische hoofdstuk dat ik morgen alleen maar de puntjes op de ï hoefde te zetten sloeg het noodlot toe. Zonder aanwijsbare reden hield de computer ermee op. En dan bedoel ik: dood. Word reageerde nergens meer op, hoe lief ik ook vroeg of ik alsjeblieft mijn documenten nog saven mocht. Andere computer geprobeerd. Zelfde melding. Computer uit en weer aan. Zelfde melding. Tien voor half elf, de bieb ging dicht. Geen redden meer aan. De bus reed voor mijn neus weg, en toen ik huilend, maar echt, in de volgende bus zat, bedacht ik me dat een beetje muziek de crisis nog enigszins binnen de perken zou kunnen houden: batterij leeg. Thuis meteen online gekeken of er iets was opgeslagen, wat niet het geval bleek.

Van mijn elf en een half uur werk vandaag en mijn hoofdstuk dat bijna het daglicht had gezien is nu niets anders over dan een hoopje ellende met een fles wodka: ikke. En daarom, beste mensen, vind ik het fair om te zeggen dat god niet bestaat.

27 september: kwispelen

kwispelen
27 sep, 17:01
Vannacht gepokerd, in de hoop dat ik bij thuiskomst meteen in slaap zou sukkelen. Om vier uur lag ik al vol spanning te wachten. Om half zes hoorde ik de bovenburen beginnen met de ochtendmaaltijd. Niet veel later begon de bladblazer met zijn werkzaamheden en kwam de krantenjongen voorbij. De eerste zonnestralen braken door en dat was voor de duiven op het balkon van de Huisgenote het teken om vrolijk hun gebruikelijke lawaai aan te vangen. Deze keer deed het me niets. De zon scheen! En ik moest ervan kwispelen. Rond negenen kwam de Huisgenote thuis en maakte me ‘wakker’. Ik probeerde me nog te verstoppen onder de handdoek die als masker dient, maar er was geen redden meer aan. De koffie stond klaar, de zon scheen en toen ben ik maar opgestaan. Om elf uur zat ik in de bibliotheek.

Daar ben ik nu nog steeds, omgeven door het kalmerende geluid van honderden vingers die op tientallen toetsenborden raggen. Heel ritmisch en vredig. Om mij heen veel eerstejaars die babbelen over wat een conclusie nou precies is. Een meisje buiten vertelde haar mobiele telefoon dat ze de geschiedenis van Frankrijk op moest schrijven, in het Frans nog wel. ‘Ik vind het nogal een opdracht, belachelijk!’, het mobieltje beaamde dit. Ik glimlachte en vroeg me af wat een letterenstudent op de Uithof doet. Misschien zijn de tijden veranderd.

Qua stemmen in ieder geval wel, want we moeten misschien met een rood potlood, tien oktober, wat de totale kosten van het referendum op acht ton brengt (een ton meer dan begroot). Ik grinnik en knipoog naar de zon. Zelfs het opiniestuk van Wilders en Jami en de escalatie in Myanmar brengen mij niet van mijn stuk.

Zo draait mijn humeur al de hele dag om een hemellichaam. En wanneer maan en zon wisselen van de wacht zit er voor mij misschien wel wat nachtrust in. Ik verheug me er nu al op.
1 reactie(s) Meer...

14 augustus: That doesn't knock

That doesn't knock.
14 aug, 11:26
Mijn irritatie van gisteren kwam voort uit mijn onvermogen bepaalde zaken te begrijpen. Dit is natuurlijk een bekend fenomeen, maar soms, soms heb je opeens zo’n grens bereikt en weegt je onbegrip zwaar op je schouders. Daarom loop ik ook zo vaak krom.

Enfin. De UB wordt door vele gebruikers geprezen vanwege de fantastische faciliteiten die dit architectonische hoogstandje biedt. Breedbeeld flatscreens bijvoorbeeld. Allemaal leuk en aardig, maar wat heb je eraan als je computer flipt wanneer er meer dan drie vensters tegelijk open staan? Ook nu via de harde weg geleerd dat je elke zin die je produceert moet saven, voor het geval dat. Voor de zekerheid ook nog printen die hap. Nou, vergeet het maar, mijn favoriete printer is defect (al enkele weken) en de andere op mijn verdieping (jawel, er zijn er welgeteld twee) accepteert mijn pinpas vier uit vijf keer niet. Kusje erop wil nog wel eens helpen, maar handig is anders. Koffieautomaat heeft dezelfde kuren en meldde mij net, nadat pas wel geaccepteerd was, dat koffie compleet ‘nog niet beschikbaar’ was. Je kan denken: wees blij, die koffie is toch niet te zuipen. Maar ik kan bij deze garanderen dat een shotje cafeïne geen overbodige luxe is wanneer je de geschiedenis van het Zionisme probeert te duiden.

Mijn onderwerp staat garant voor vele (broodnodige) loopjes door de UB, aangezien boeken over hetzelfde onderwerp hier over verschillende verdiepingen en kasten verspreid staan. Over de indeling is heel diep en goed nagedacht: alles op volgorde van verschijning. Het gevolg is dat je Lingerie in Irak: 1927-1933 op dezelfde plank vindt als De geschiedenis van Palestina, De structuur van zandkorrels in Noord-Turkije en Mijn geit en ik – de memoires van een Libanese herdersjongen. Allemaal Midden-Oosten, logisch toch?

De geschiedenis van Palestina vind je niet alleen bij sociologie, maar ook bij theologie, in verschillende kasten. Met een beetje geluk kun je bij sociale geografie ook nog wat uit de kast vissen. Een doordacht plaatsingssysteem lijkt mij het begin van een bibliotheek.

Het is overigens niet zo dat ik de huidige trend in het bibliotheekwereldje steun, waarbij de bibliotheek gemodelleerd wordt naar de grote Amerikaanse boekenketens. Stel je voor dat hier opeens een tafel gereserveerd zou zijn voor Oprah’s bookclub!

Aan de andere kant, mijn klompen zijn toch al beiden gebroken toen Picarta mij bekende: ‘ik ben uw resultaten vergeten’.

23 juli: I'll never let go

I'll never let go
23 jul, 11:40
na een half weekend in bed doorgebracht te hebben (met potter) vanwege ernstige hoofdpijnen (stress?) kon ik natuurlijk vannacht weer niet slapen. en dan wil ik nog wel eens stilstaan bij sterfscenes. fictieve dan, he, ik ga niet lekker lopen nadenken over wtc-springers, kinderen in school no. 1, columbine, darfur of bagdad.

het werd me al snel erg duidelijk dat je de sterfscenes in verschillende categorieen in kan delen. een greep uit het aanbod:

de teleurstellende sterfscene
Darth Vader's einde is hierin toch wel de meest belangrijke. de handenafhakkende smeerlap gaat ein-de-lijk dood en wat blijkt? zit toch nog iets menselijks in! belachelijk! ik vind dat zijn laatste adem een vloek had moeten bevatten.

de ga-nou-toch-gvd-dood sterfscene
(ook wel raspoetin-sterfscene [raspoetin was de greet hofmans aan het russische hof, red.]) zoals in scream en I will always, ALWAYS, remember what you did that summer, of die rus in Snatch. je kan stabben en schieten wat je wil, zo'n kreng gaat maar niet om. vaak wel hilarisch.

de sterfscene die een sterfscene had moeten zijn en dat in tweede instantie ook werd
ligt in het verlengde van voorgaande, maar meer in blockbuster dan horror, zoals bijvoorbeeld sean bean die in Goldeneye eerst honderd meter naar beneden stort en dan nog lang genoeg leeft om een schotelantenne op zich neer te zien storten. net als cyrus the virus in con air, overigens.

de sterfscene waarvan je wenste dat het er een was
ik doel hiermee op die verschrikkelijke personages die je zelf een sterfscene toebedenkt. voor mij is dat (met stip op 1.) frodo -kijk mij toch eens onschuldig kijken alsof ik net in mijn broek gepoept heb - woods. als ik sam was geweest had ik in die vulkaan gezegd: frodo jongen, teentjes bij de rand en bukken maar. dan had ik hem met mijn harige poot, hoppakee, zo die lava in getrapt onder het mom van: zijn wij lekker allemaal uit jouw lijden verlost.

de sterfscene die geen sterfscene
is toen mijn buurjongen acht werd nam hij tien vriendjes, waaronder ondergetekende, mee naar de bioscoop, naar junglebook. het verhaal gaat dat er eentje ontzettend hard zat te snotteren toen balou de beer dood leek te gaan. dat was ik, en ik ben het nooit vergeten.

de zgn tranentrekker (van het lachen) van een sterfscene
hiermee begon ik vannacht. liv 'that is my father up there' tyler, armageddon, waarop bruce willis (ga nou toch gewoon dood klootzak) ons allemaal trakteert op een fan-tas-tische afscheidsspeech. nog een voorbeeld: tom hanks in saving private ryan. allemaal lieve amerikanen vermoord door hele nare duitsers voor een zo'n knul, ook tom hanks moet er aan geloven, en die heeft nog NET tijd om Matt Damon toe te spreken: 'earn this' blaast hij nog net uit. BRAAK. de klassieker in dit genre is natuurlijk (al is het zonder dood) Kate die op haar meest asthmatisch Jack meldt dat ze nooit los zal laten, terwijl ze hem loswrikt.

en tot slot:
de verbaasde sterfscene
je weet wel, zij die verslagen worden door iemand die ze chronisch hebben onderschat. veelal met zwaard. ik noem hier Rickman van Nottingham die uiteindelijk toch door zo'n leggingdragende Robin (of was het het wijffie?) aan een mes geregen wordt. je ziet hem denken: fuck it, foutje. veelvoorkomend in oude tijden (ook gij?), zie three musketeers en peter pan, om maar wat te noemen.

dat sterfscenes in mijn hoofdje opdoken omdat ik potter al een poosje uit had behoeft natuurlijk geen uitleg.
Meer...

10 juli: Kutje

Kutje.
10 jul, 18:38
Vincent en ik besloten na de (toch echt) verloren dag van gisteren vandaag stevig aan de bak te gaan. Beginnend met een bakje koffie om tien uur, waarbij we (werkelijk waar) een plan de campagne voor de dag hebben opgesteld (wat wil ik vandaag bereiken? hoe ga ik dat bereiken? hoe kan vincent/eva mij helpen dit te bereiken?). zeer therapeutisch verantwoord, mag ik wel zeggen, ingegeven door het stemmetje dat in onze beider hoofden de mantra t-komt-nooit-af constant herhaalt.

zo werken we nu al de hele dag gestaag verder, in blokken van anderhalf tot twee uur, waarna er weer koffie of een anderssoortige versnapering op het programma staat. best werkbaar.

het is nu half zeven en vincent deelt me net mee dat hij hier vanavond blijft kamperen. ben ik dus verdulleme de zwakke van de twee, enkel en alleen omdat ik de rose die thuis in de koelkast staat hier hoor roepen.

maar ik heb dan ook nauwelijks geslapen vannacht, vind ik een goed argument. de paar paginas die ik vandaag heb uitgeperst (ik was de verantwoordelijke voor alle kreunende geluiden in de UB vandaag) hebben de mantra enigszins doen verstommen. het jammere is dat er een andere voor in de plaats is gekomen: kutje-kutje-kutje.

want oh jee, ook al doe ik iets, ik ben hier ZO niet voor in de wieg gelegd. ik wil slapen, zuipen en feesten, bij voorkeur in een ander land. en daar ben ik nog lang niet. morgen weer om tien uur hier.
Meer...

4 juli: Goede oude tijd

Goede oude tijd
4 jul, 16:43

Gisteren stond ik een paprika en brokjes te hakken en bedacht mij, zoals iedereen dat wel eens heeft, dat ik wel eens bijna vijf gulden voor een paprika heb betaald. in euros dan. met de nodige weemoed dacht ik terug aan de tijd dat mijn broertje en ik iedere zaterdagochtend met onze gulden zakgeld (dit was de tijd dat we nog evenveel kregen en dat ook volslagen normaal vonden) naar de buurtsnackbar gingen om daar snoepjes te kopen.

de buurtsnackbar heette liberty. niet omdat de eigenaars vrijheid hoog in het vaandel hadden, maar omdat zij respectievelijk lidy en berty heetten. berty was best een vieze meneer, met vet zwart haar, en ik kon mijn moeder altijd heel fijn op de kast krijgen door als zij net een patatje van haar patatjespeciaal naar binnen werkte te zeggen: ieel! d'r zit een haar van berty in! dan wilde ze niet meer.

goed. berty werkte altijd op zaterdag en vond ons geen echte klanten. daarom werden wij stelselmatig genegeerd, totdat echt alle andere aanwezigen vertrokken waren en wij onze zure matjes, zure bommen, citroenkauwgompjes en kauwgomlollies eindelijk konden incasseren. deze waren dan al op voordat we weer thuis waren.

al die pret voor een gulden! heel eventjes viel mijn oog op mijn nieuwe pakje peuken dat naast de inmiddels ontleedde paprika lag en maakte mijn hoofd automatisch het sommetje. tien gulden. met een dergelijke uitgave was ik voor berty vast een echte klant geweest.

27 juni: oké, vooruit

oké, vooruit.
27 jun, 01:34
scriptie,dus.

het schijnt een interessant fenomeen te kunnen zijn. de scriptie. ik geloof er niet in, maar moet eraan geloven, de tijd is daar. 1 september nadert met rasse schreden. daarom toog ik vandaag naar de ub (universiteitsbibliotheek voor intimi) om aldaar een acht uur vol te maken.

om kwart voor negen stond ik, met dertig wachtenden voor mij, keurig te wachten, waarop mijn plastic zakje met drie kaascroissantjes (ook voor nyn en gep) openscheurde en ik min of meer gvd mompelde. van de grond eten is uit de tijd. tijd voor een peuk, dus. toen ik zeven minuten later terugkeerde waren er reeds honderd anderen die in opgewonden toestand het moment af stonden te wachten waarop de beveiligingsmeneer het 'lint' los zou laten. ik dacht heel even dat er gratis lowlandskaarten weggegeven zouden worden. maar neen, het ging om een studieplaats. al dan niet achter een computer.

lamgeslagen door al deze ambitieuzerigheid keek ik met open mond toe hoe een werkelijke menigte een soort van centraal trappenhuis inrende (echt). gelukkig was daar d'n gep die mij nog net op tijd meesleurde naar de geografie-afdeling alwaar wij de twee laatste plaatsen bezetten. daar heb ik heerlijk slaapjes gedaan en een boek gelezen.

ik was werkelijk springerig enthousiast over het draadloze netwerk waarover ik had gehoord. helaas werkt dat niet voor mensen met vista (ik zeg verder niets over mijn gejatte laptop met windowsnogiets).

het gaat goed! (muhahaha) morgen ga ik dit succesverhaal herhalen.