donderdag 15 mei 2008

Aaibaar

- Ik heb ze allebei even lang geaaid.

De Huisgenote zegt het met nauwelijks verborgen trots in haar stem. Zij heeft zoiets nog nooit eerder van dichtbij gezien, houdt zich bij voorkeur verre van alle levende wezens behalve de mens.

Na vijf en een half jaar vreedzame coëxistentie zet de Huisgenote een punt achter ons platonisch samenzijn. Zij gaat - heel erg 1997 - in een hofje in Wittevrouwen wonen, zoals het een enigszins links georiënteerde intellectueel met een carrière betaamt.

Op haar veertien vierkante meter is geen plek voor een tweede Vervuilende Eenheid. Wetende in wat voor diep gat ik zonder mijn zorgfunctie zou vallen en hoe erg ik zou vereenzamen in het gezelschap van niets anders dan twee orchideeën stapte zij over haar aversie heen en nam mij mee naar Winkelcentrum Overvecht. Daar betrad zij voor het eerst in haar leven een dierenwinkel – kwispelend van enthousiasme – en deelde mij breed glimlachend mee dat wij voor mij nieuwe Huisgenoten gingen aanschaffen.

Zij moet vergeten zijn dat ze pas over vier weken verhuist. Nu deelt zij haar huis met een nog net zindelijk, rommelend drankorgel en haar kantoor met twee babycavia’s. En van dieren wil ze niets weten.

Haar enthousiasme voor het onbekende lijkt haar principes echter in de weg te staan. Kunnen ze niet uit die kooi klimmen? Hoe groot zijn hamsters dan? Eten ze hun eigen póep? Ze informeert beide kanten op en meldt iedere ontdekking.

Bij elke onverwachte beweging uit de Kooi, zo'n anderhalve meter van haar laptop, begint ze te communiceren. Ze piepen! Ze zijn echt heel actief. Hoor, ze knorren! Ze piepen. Door het glas dat haar kantoor van de living scheidt zie ik het tafereel tevreden aan. Heel even nog woon ik met drie Genoten in één huis.