zaterdag 31 januari 2009

Therapie

Het probleem is mij duidelijk.

Het was niet de voorzorggroep – waarin ik tot dusver allerlei Ernstige Gevallen trof – die mij duidelijkheid verschafte en running (joggen met collega-depro’s) evenmin.

Op Discovery of Animal Planet viel ik in de geboorte van een giraffe, die – interessant genoeg - van twee meter hoog naar de grond smakt. Na het jong klotste de moeder er nog van alles achteraan, waarop een gezinnetje zwijnen van moederkoek etc. een feestmaal maakte.

Dit fenomeen doet mij kokhalzen vanuit mijn tenen.

Reeds een jaar of twintig geleden werd ik voor het eerst in mijn – toen zeer zeker nog – jonge leven geconfronteerd met de placenta. Het was tijdens een soort van biologieles en in dit geval was het de koe die zich stortte op de slijmerige, bloederige traktatie die kwam kijken bij de geboorte van haar kalf.

Onlangs vertelde ik vriendin L. over mijn Vieste Ding en werd wederom onpasselijk.

Mijn issue is de nageboorte. Een beetje het leven, dus.

donderdag 8 januari 2009

Het halve werk

Wel verhip.

Al googlend kwam ik in mijn zoektocht naar geschikte onderdelen voor mijn sleeve opeens mijn scriptie tegen. Ik kon hierop niet anders dan het soort lach uitstoten dat doet denken aan ofwel een badguy in een tekenfilm, ofwel een lieve oudtante.
Rokerig.

Even terug. Ik zit bij gebrek aan beter naar Profiler te kijken waarvan de hoofdpersoon op de een of andere manier grote overeenkomsten vertoont met mijn eerste, pardon, technisch gezien vierde psych. Dit doet niet terzake, maar toch. Profiler is intelligent genoeg om de kijker ondertussen rustig een spelletje Spider Solitaire te laten spelen en tegelijkertijd soepele surfbewegingen te laten maken. Ik zocht naar de Hebreeuwse transcriptie van Hakash sheshavar et gav hagamal … et voila: daar had ik opeens mijn inleiding.

Nu heb ik geen nagel meer over.

Het was absoluut niet mijn bedoeling dat mijn scriptie door een simpele zoekopdracht als ‘ethiopische joden aliyah’ of laat staan mijn naam te vinden zou zijn. Mijn scriptie is niet zozeer mijn kind (blegh), maar wel mijn baarsel. Míjn baarsel. En dat ligt dus op straat, aldus gedachte één.

Gedachte twee betekent slecht nieuws voor mijn moeder. Tot zojuist was mijn sleeve slechts een plan, waarvan zoals van al mijn plannen vrij weinig terecht zou komen. Maar nu is de cirkel rond en daar kan ik - ondanks al mijn onkunde in plannen - geen weerstand tegen bieden. Niet te stoppen euforie heeft zich van mij meester gemaakt. Een heel zacht stemmetje in mijn hoofd roept het uit: wel verhip, ik besta!