maandag 13 oktober 2008

Bul en spelen

Wrrrraf. Wrrrrrrrraf!

Hoewel enthousiast kwam het niet helemaal goed uit. De vergadering van de examencommissie was twee woorden geopend toen Oma's Yorkshire T. - Soutje met s-o-u - zich liet horen en vakkundig door moeder Olde Riekerink werd verwijderd. Dat doet ie anders nooit, fluisterde Oma nog.

Vriend A. was vergeten. Ik kreeg een babbel van mijn zogenoemde begeleider, geschreven op een Indonesisch strand en uitgesproken door mijn heilig verklaarde tweede begeleider E.L.S. die er iets veel leukers van wist te maken.

Mijn bul kreeg ik niet overhandigd maar griste ik weg. Niemand die mij dat kreng nog afneemt, moet ik gedacht hebben. Buiten wachtten mes Amies met - oh hoe toepasselijk - jodekoeken en champagne.

Ik kon niet anders dan daar een weekendje van bier, sport en spel achteraan plakken. Bier op mijn borrel, calorieën verbranden tijdens een verloren basketballwedstrijd, vervolgens een nacht poker (te weinig gewonnen) die vloeiend overging in een middagje Steden en Ridders (twee uit drie) eindigend met een geweldige pizza 4F en vooruit één potje nog.

Welk een contrast met de walgelijke werkweek die ik nu juist door mijn afstuderen voor mij heb.

maandag 6 oktober 2008

Ongeschikt

www.ikkandelandmachtaan.nl

Ik vroeg het mij opees af:ben ik een militair? Ik was echter vooral geïnteresseerd in de spelletjes en testjes die ik op de weg naar mijn antwoord verwachtte tegen te komen. Reeds het eerste spelletje was antwoordverstrekkend.

De bezoeker wordt rondgeleid door luitenant Janssens. Zij gaat je voor de kazerne in en vertelt dat je álles kan worden wat je maar wil; van tentopzetter (met binnen de opleiding keuze uit de specialisaties woestijn en modder)tot tankmonteur. Dan volgt - hoe kan het ook anders - een schietspelletje, waarbij je in de duinen je geboortedatum bijelkaar moet knallen.

Luitenant Janssens:

Als je het niet erg vindt blijf ik even veilig aan de zijkant staan. Ik heb dit trouwens zo laten progammeren dat je mij sowieso niet kan raken...

Har har har.

Ik zag meteen alle potentiële landverdedigers hun mitrailleur leegschieten op luitenant Janssens en wist: ik ben volledig ongeschikt voor het opdoen van levenslange kameraadschappen in dit gezelschap.

P's

Ik stond werkelijk met blosjes van opwinding op het veld.

Tegenover mij had ik niet alleen een zekere nummer 8 waar ik mij al jaren aan erger ( en haar zeven zeikende teamgenoten), maar ook een aantal ex-coachkids en een teamie. Daarbij was het de eerste wedstrijd die ik floot.

Ik weet: je moet juist fluiten om enige autoriteit te verkrijgen. Zo kreeg ik pijn in mijn tanden van het bijten op het fluitje. Op een dergelijk moment van overconcentratie raak je zomaar je basiskennis kwijt.

Ik floot streng, rechtvaardig en toen strenger, want niet rechtvaardig genoeg blijkbaar. Met iedere zeik- of kutopmerking geraakte ik verder van de weg. Ik voelde mij een absoluut minderwaardige eenheid (behalve dan aan nummer 8), zonk, daalde en verzoop tot mijn automatische piloot ein-de-lijk eens ingreep en ik fukkinbitste:

Hee, bank, nu even kappen, anders ga ik technische fouten uitdelen. Heel veel.

Eigenlijk hilarisch, maar ze waren wel stil. Heerlijk. Na afloop van de wedstrijd kwam nummer 8 als eerste (en enige) met uitgestrekte hand aanrennen om mij te bedanken (,Ref). Ik zei niets.

Ik heb wel iets te schrijven.



Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.
Ik zal nooit meer op de Ref zeiken.


En ik heb niet gecopy-pasted.

donderdag 2 oktober 2008

Inburgerlijken

Het was misschien niet zo'n handig idee om mijn stoppen met roken te combineren met het aanvangen van een normaal bestaan. Wanneer het huilen mij nader staat dan het lachen lijkt een sigaretje de enige oplossing. Nu ik het moet doen zonder oplossing jank ik wat af. Mijn inburgerlijkingsproces verloopt verre van vlekkeloos, maar ik heb dan ook geen cursus gehad.
Waarom niet, vraag ik mij af.

Het is niet dat ik mijn best niet doe. Vanmorgen stond ik bijvoorbeeld om één minuut voor negen (na mijn eerste ontbijt in vier jaar) bij de fietsenmaker om mijn geplakte rijwiel op te halen. Bij het eerste kruispunt bleef mijn achterrem haken en vanavond bleek mijn achterlicht het niet meer te doen. Dat is toch jammer.

Eigenlijk had ik gisteren mijn fiets al op willen halen (helaas: suikerfeest), tegelijk met mijn nieuwe telefoon. Hiervoor heb ik drie kwartier in de rij gestaan bij het postkantoor. Ik was halverwege huis toen ik opmerkte dat ik die doos niet meer onder mijn arm had, kreeg bijna een hartaanval (hoge bloeddruk sinds ik gestopt ben met roken) en vond 'm terug bij de Turk. Dat dan weer wel. Het is een mooi ding, mijn telefoon, maar op een of andere manier werd er ook een nieuwe simkaart bij geleverd, waardoor ik nu onvrijwillig een nieuw telefoonnummer heb dat ik niet kan onthouden.

Door de uitvinding van dit decennium (voor mijn soort mensen) - de e.dentifier - had ik bijna inzicht in mijn financiën. E.dentifier kapot. 'Nee mevrouw, u krijgt geen nieuwe, u moet er 15 euro voor betalen'. Bij de bank - waar ik geluk bij een ongeluk geen spaargeld heb staan - waren natuurlijk alle computers buiten gebruik, dus of ik morgen een nieuw fietsslot (sleutel afgebroken) kan pinnen moet nog blijken.

Slapen. Ik wil het graag en veel, maar doordeweeks zit het er niet meer in. En wel verdraaid: op zaterdagmorgen was ik om half tien wakker. Een bijzonder niet-gewaardeerd goed teken, mag ik wel zeggen. Neen. Ik heb niet de indruk dat ik mijn leven aan het leiden ben.

Toch mocht ik net een klein pluspuntje ervaren. Na een week oefenen is het me eindelijk gelukt: toen ik net uit de douche stapte hing er een warme handdoek voor me klaar.