zondag 30 november 2008

Istanbul

“Ik heb honger”, zei de exHuisgenote die een hekel heeft aan dubbele aanhalingstekens.

Zij heeft altijd honger en ze heeft niet eens een Afrikaans buikje.

We waren dan ook niet in Afrika, maar in Europa, Azië, Europa , Azië en weer Europa. En we moesten poepen bij elke continentwisseling. Ik zie hier een mogelijke etymologische verklaring, maar dat terzijde.

Istanbul was waar wij onze huisrekening eens flink op gingen maken. Dat bleek niet een heel moeilijke opgave. Maar goed ook, want de exH. bekende dat ze ‘ten diepste’ een lui wezen was. Ik zei van ik niet, maar moet na afgelopen vrijdag – aaah, laten we een taxi nemen – mijn ongelijk bekennen. Hoewel allebei lui hebben we een hoop gedaan, zij het alleen ter plaatse. Wij wisten van kant noch wal, banjerden door een volledig onbekende stad, vrijwel volledig zonder plan. Wij hadden één regel: whatever happens in Istanbul stays in Istanbul.

Daarom houd ik het kort.

Ik zeg niets over onze hamamervaring of over hoeveel we gerookt hebben en wat. De triktrakeindstand? Geheimpje. Wíj, eten en drinken naar binnen smokkelen in het Hotel? Tsk! Een bijnadoodervaring in een taxi of tijdens het drinken van Turkse koffie? Voortdurend herkend worden als zijnde (har har) Hollanders? My lips are sealed.

In het restaurant waar wij poogden de hele raki-voorraad weg te drinken concludeerden wij dat wij elkaar onmogelijk nog beter konden leren kennen en proostten daar toch best tevreden op. Te vroeg, zo bleek, want de exHuisgenote wist mij alsnog te verbazen.

Woensdagnacht om twee uur ging de wekker, opdat wij de transfer naar het vliegveld konden halen. Terwijl ik mij met man en macht bijeen probeerde te rapen zei de exHuisgenote:

“Ik heb honger”.