zaterdag 15 maart 2008

Perfectie der perforators

Soms heb je van die dagen dat je de wonderlijke schoonheid in kan zien van bepaalde dingen waarvan je vergeten was dat je ze bezat. Je weet wel. De afgelopen dagen ben ik overvallen door een (blijkbaar) langdurige ordeningsdrang die erin geresulteerd heeft dat mijn scriptiepaperassen nu over zes mappen zijn verdeeld. Lichtgroen, knalgroen, oranje, roze, lichtblauw en grijs. De inhoudelijke indeling is ontoelichtbaar.

Voor een dergelijke onderneming graai ik altijd in mijn rommelbak, waarin alle door de Huisgenote samengeraapte, aangetroffen en opgeruimde artikelen te vinden zijn. Et voilá, een perforator. Dit ding, in al zijn zijn, heeft mijn opruimerigheid die normaal maximaal twintig minuten duurt op weten te rekken tot vijf dagen. Ík vind het knap, voor een perforator.

Het zet je aan het denken. Daarom hier een top-5 van dingen die het niet verdienen dat je vergeet dat je ze hebt. (In willekeurige volgorde):

1. Als gezegd, de perforator. Zelfs wanneer het ding niet goed werkt, zoals de mijne, is het een genot om uiteindelijk toch gaten te maken in A4’tjes. Bij voorkeur precies in het midden. (Voor mijn verjaardag wil ik er graag een die heel veel gaatjes maakt.)

2. Wc-papier. Afgelopen 18 uur twee keer zonder gezeten. Ik ben een meisje dus ik kan zeggen: dat is geen pretje. En het hoeft echt niet per sé met een blauw wolkenprintje.

3. Een hamer. Het is onmogelijk om met een ander voorwerp een (beton)spijker in MvH-muren te rammen. Daar sta je dan, met je geweldige reproductie van een Laatste Avondmaal, (de laatste) zes krom geslagen spijkers, een baksteen, de restanten van een betonnen boeddhabeeld en een verneukt behangetje.

4. Lees ‘To build a Fire’ van Jack London. Of tref je jezelf in een keuken met een volledig voorbereide maaltijd, terwijl de living vol zit met gasten. Alleen kan je dat kutaanrecht met geen mogelijkheid aan krijgen. In geen enkele tas, jas- of broekzak, noch lade is een aansteker te vinden. Een verschrikking.

5. Lange mouwen, eventueel los van trui. Ik vergeet gewoon altijd mijn handschoenen. Sterker, ik zou eigenlijk niet kunnen zeggen waar ze zijn. Het is best nog wel eens koud op de fiets en wat is er dan fijner dan de mouw, die je handen even prettig verwarmt?

Bovendien schud je er van alles uit. Ik hoop in deze dat de mouw de perforator treft in de totstandkoming van hoofdstuk vijf, want de schoonheid van bepaalde producten even daar gelaten, is dat waar mijn bestaan om draait.

Geen opmerkingen: